Deze rubriek heeft als doel nieuwkomers op de HF-banden wegwijs te maken in de nieuwe wereld.
We willen graag enkele tips meegeven over "good operating practice", ofte goede manieren op de banden.
Trouwens, deze zijn niet alleen van toepassing op amateurs met een basisvergunning, maar ook voor alle radioamateurs!
Een zendontvanger kiezen
Als je op kortegegolf verbindingen wil maken, zal je een HF-zendontvanger moeten kopen. Deze toestellen bestrijken meestal alle HF-amateurbanden van 160m (1,8MHz) t.e.m. 10m (28MHz) en vaak ook op 6m (50MHz).
De keuze is groot. Ook al laat je huidige zendmachtiging het gebruik van 100W niet toe, toch kan de aanschaf van een zendontvanger die dit vermogen goede investering met het oog op het behalen van een HAREC-vergunning. Ben je houder van een basisvergunning, dan kan het zendvermogen veelal tot een lager peil worden teruggebracht. Wie enkel met echt lage vermogens wil uitzenden kan natuurlijk de aankoop van een specifiek QRP-toestel overwegen. In deze categorie is het aanbod evenwel beperkter.
Vaak bepaalt het te besteden budget de uiteindelijke keuze. Op de tweedehandsmarkt zijn echter vaak toptoestellen voor een zachter prijsje beschikbaar. Hou echter steeds in gedachten dat zelfs de duurste en meest kwaliteitsvolle zendontvanger maar matig presteert bij gebrek aan een degelijke antenne.
De antenne
Als je radioamateur wilt zijn, heb je een antenne nodig, anders wordt het wel een erg stille en eenzame hobby! De antenne is misschien wel het meest cruciale element in elk radiostation. Als je antenne niet efficiënt is, maakt het niet uit welke radio je op het andere eind aansluit. Toch hoeven antennes niet groot en duur te zijn om goed te presteren.
Hoewel een beam met talrijke elementen op een hoge mast op een ideale plaats de droom is van de meeste radioamateurs, zijn weinigen van ons in bij machte zo'n systeem op te zetten. Voor de meesten van ons moeten onze antennes noodgedwongen bescheidener zijn.
De Belgische tuinen zijn meestal niet erg groot en er moet vaak rekening worden gehouden met de visuele impact van de antenne. Dit beperkt de grootte en het type van de antenne die u kunt plaatsen.
Maar maak u geen zorgen, eenvoudige antennes kunnen nog steeds zeer effectief zijn en u in staat stellen goede contacten over de hele wereld te maken als de omstandigheden goed zijn.
Hou er rekening mee dat het plaatsen van masten en antennes vaak aan stedenbouwkundige voorschriften onderworpen is.
Wat heb je nog meer nodig?
Voeding
Als je een mobiel of basisstation gebruikt, heb je beslist een 13,8 V-voeding nodig, hoewel sommige (duurdere) transceivers hun eigen ingebouwde 230 V-voeding hebben.
De maximale stroom die de radio nodig heeft, staat vermeld in de handleiding van de radio, maar een typische HF-radio van 100 W kan tot 20-23 Ampère nodig hebben. Het is het beste om een voeding te nemen die dit niveau van output zonder verpinken aankan.
Coax
Je antennes moeten vanzelfsprekend met je zendontvanger(s) worden verbonden.
De meeste radio's zijn ontworpen met een 50 Ohm ongebalanceerde uitgang, die goed past bij een 50 Ohm coax.
Een ander punt waar je aan moet denken is de kwaliteit van de coax en de inherente verliezen. Over het algemeen geldt: hoe hoger de frequentie, hoe groter de coaxverliezen. Dus als je alleen op de lagere HF banden werkt, kan de dunnere 5mm RG58 coax volstaan, zolang het traject niet te lang is.
Voor algemeen HF gebruik is RG213 een goede keuze. Het is dikker dan RG58 en minder flexibel, maar het heeft wel lagere verliezen.
SWR / Antenne Analyzer
De meeste moderne radio's hebben ingebouwde SWR-meters, die essentieel zijn bij het afregelen van antennes. Ook veel externe antenne tuning units hebben ingebouwde SWR meters die het gemakkelijker maken om een match te vinden.
Als je geen ingebouwde meter hebt dan kan een SWR-meter ook essentieel zijn. Als je er een koopt, zorg er dan voor dat hij de banden dekt die je nodig hebt - sommige dekken alleen HF en werken niet op VHF en hoger.
Als je erg graag experimenteert met antennes kan een analyser een goede investering zijn. Ze zijn niet goedkoop, maar vertellen je veel meer dan alleen de SWR van een antenne. Sommige geven een grafische weergave van de SWR-curve, kunnen fouten in kabels opsporen, meten de kabellengte "elektrisch" en geven informatie over de reactantie van een antenne.
Ze zijn echter niet geschikt voor beginners en je bent in eerste instantie misschien beter af met een eenvoudige SWR-meter.
Logboek
Hoewel er uiteraard niets mis is met het bijhouden van een logboek op papier, zou ik iedereen willen aanraden van bij de start een elektronisch logboek bij te houden. Wie als DXer actief is en veel QSO’s maakt, komt op een gegeven ogenblik aan het punt dat hij een overzicht wil maken.
Welke landen heb ik op welke banden (DXCC award)? Van welke Amerikaanse staten (WAS) heb ik nog geen QSL? Een goed programma op maat van de radioamateur kan je dit vertellen na enkele muisklikken. Sommige programma’s laten je zelf QSL kaarten ontwerpen en etiketten afdrukken wanneer je in één keer een groot aantal QSL kaarten moet versturen. En wanneer je dit programma aan je transceiver koppelt, zijn vergissingen qua band, mode en tijdstip ook al bijna uitgesloten! Let wel op: een contestlogger dient niet om je DX contacten mee bij te houden.
Toen de radioamateurs massaal computers begonnen te gebruiken om hun logs bij te houden, zijn veel Old Timers enkele uren zoet geweest met hun papieren logs van jaren terug in te typen in hun nieuwe programma. Nu je als ON3 met een “schone lei” kan beginnen, is het misschien het overwegen waard om meteen alle QSO’s in een elektronisch log in te voeren? Dit zal je later het monnikenwerk besparen als je toch besluit de geïnformatiseerde weg op te gaan. Er zijn volgens mij drie wegen te bewandelen.
Eerst en vooral zou je je eigen programma kunnen schrijven als je de kennis hiervoor in huis hebt, of een rekenblad zoals Excel gebruiken. Deze optie zou ik niet aanraden. Een rekenblad opstellen dat alle mogelijkheden heeft van een goed logging-programma is quasi onbegonnen werk. Zelf software schrijven is als het ware het wiel terug uitvinden, aangezien er al zoveel te krijgen is. Waarom je tijd niet benutten met het maken van antennes en QSO’s?
Een tweede manier is een programma kopen. Er zijn enkele uitstekende programma’s te koop, denken we maar DX4WIN. De prijzen variëren tussen de € 100 en € 150. De support is redelijk goed, het nadeel is dat er ook voor een upgrade dikwijls een bedrag moet worden betaald. Ook voor de Apple (Mac) gebruikers zijn er logprogramma’s te vinden.
De derde manier ten slotte is een gratis (freeware) programma. Vergis je niet: sommige programma’s zijn helemaal gratis te downloaden en moet zeker niet onder doen voor hun commerciële broertjes. Er zijn er teveel om op te noemen, en sommige zijn al beter dan andere. Vraag Google eens naar “free amateur logging software” en kijk eens rond.
Omdat er op de markt van de loggers heel wat spelers zijn, heerst er ook anarchie wat betreft het formaat van het log. Dit is belangrijk wanneer je logs van/naar andere programma’s wil importeren of exporteren. Let er op dat het programma dat je gaat gebruiken de mogelijkheid heeft om bestanden te importeren en exporteren in het zogenaamde ADIF formaat (Amateur Data Interchange Format). Zo kan je later zonder al te veel problemen nog veranderen van software en toch je log overzetten. Vergeet wel niet een regelmatige backup (reservekopie) van je log te maken. Wanneer je harde schijf er de brui aan geeft, ben je gans je log kwijt! Een simpele diskette, of de meer moderne USB Memory Stick is hiervoor goed geschikt. Breedbandgebruikers kunnen op hun aangewezen webspace een foldertje maken en regelmatig het log uploaden. De grote internetaanbieders hebben hun servers technisch zo goed beveiligd dat ze geen data kunnen verliezen. De reservekopie van je log is er in goede handen. Maar ik herhaal: maak op heel regelmatige tijdstippen een reservekopie van je log!
Vraag in je club eens aan de ervaren DXers welk programma zij gebruiken, en of ze tevreden zijn. Op de review sectie van EHAM kan je lezen wat de gebruikers denken van een bepaald programma.
Operating practice: DON'T en DO'S
Zelfspot
Dit kan dan wel een gesmaakte vorm van humor zijn, op de DX cluster is het "not done". Jezelf aankondigen in een DX spotting netwerk is heel onsportief en tegen alle spelregels in. Eigenlijk is het zelfs een beetje zielig. Het is verleidelijk, maar doe het niet. Sommigen spotten ook hun vriend wanneer deze in een contest zit. Ook dit doe je beter niet. Wanneer het er "te dik op ligt", wordt deze vriendendienst beschouwd als zichzelf spotten en kan uw contestende vriend gediskwalificeerd worden. Er zijn ook Handige Harry's die gebruik maken van een "bevriende call", of van hun oude roepnaam om zichzelf te spotten. Een ON1 die een ON4 spot, waarbij de suffix van beide calls dezelfde is, dat ruikt ook sterk naar self spotting. Onlangs nog gezien! Vermijd ook spots als "ON3** 14000.0 ON3** Cluster test" en alle exotische varianten hierop. En oh ja: DX werken kan ook zonder cluster hi.
De DX cluster is geen chatkanaal
Begin ook geen discussies op de cluster. Hoe vaak zien we niet dat dit ontaardt in een regelrechte scheldpartij of kinderachtig heen-en-weer gescheld? Bijt op je tanden en reageer niet. Ook als het weer eens misloopt op 14.195 moet er geen olie meer op het vuur worden gegoten...
/QRP
Jullie hebben (bijna) allemaal de UBA Cursus Basisvergunning gevolgd, waarin een hoofdstukje over roepnamen en achtervoegsels zit. /M, /P, /A - het kan allemaal maar /QRP staat NIET in de lijst. Het is dus eigenlijk verboden om /QRP achter je roepnaam te zetten. Heb je iemand al "/QRO" horen zeggen? Dus: niet doen, CQ roepen of een DX station aanroepen met "/QRP" achter je call. Vele operatoren hebben er zelfs een hekel aan wanneer je hen zo aanroept.
Wat uiteraard wel kan is tijdens het QSO even vermelden dat je de verbinding tot stand brengt met laag vermogen. "Using ten Watts here" zal het tegenstation dikwijls een lofzang over je signaal laten zingen, waar "stroke kjoe aar pee" even vaak wrevel opwekt - wat uiteraard uit beleefdheid binnensmonds gebeurt.
Working DX pile ups
Een echte kunst! Er zijn een vijftal manieren om dit ambacht onder de knie te krijgen. Luisteren, luisteren, luisteren, luisteren en ten slotte: luisteren. Luister naar de goede operatoren en probeer er van op te steken. Luister naar de "minder getalenteerde" DXers of contesters en noteer hoe het niet moet. We begaan allemaal wel eens een flater en ook ik ben niet zonder zonde, maar laat ons hieruit leren!
Luister in een pile up VOORAL naar de DX zelf. Wat wil hij? Waar luistert hij? Zegt hij "up"? Dan moet de transceiver in split. Vraagt hij "JA only EU QRX", dan moeten we ons daar bij neerleggen... en blijven luisteren. Wanneer je zelf een DX station aanroept, geef dan EEN KEER JE VOLLEDIGE CALL. Ja: één keer je volledige call. Als je vijf keer je call na elkaar roept, kan het zijn dat de DX je rapport geeft - en je hebt het niet eens gehoord want je was niet aan het luisteren! Roep NOOIT een station aan met enkele letters van je call. De "last two" methode, waarbij je enkel de suffix geeft, is echt wel een VOLLEDIG VERKEERDE MANIER om de DX sport te beoefenen. Dit kan misschien nog net tijdens een vriendenronde op twee meter, waar iedereen ON is, maar op HF gebruik je altijd je volledige call om aan te roepen. De reden? Beeld je het volgende scenario in:
- P5DX QRZ?
> Zulu Oscar
- Zulu Oscar 59
> Oscar November Five Zulu Oscar 59
- ON5ZO thanks P5DX QRZ
Vergelijk met:
- P5DX QRZ?
> Oscar November Five Zulu Oscar
- Oscar November Five Zulu Oscar 59
> Roger 59 thanks
- P5DX QRZ?
Op het eerste zicht weinig verschil. Maar de DX moet je call niet herhalen, wat in een immense pile up al gauw een pak scheelt. En de kans op verwarring is ook kleiner. Als de DX zegt "ON5ZO?" kan er maar één station terug komen. Als de DX zegt "ZO?" kunnen meerdere stations antwoorden, zodat er alweer tijd wordt verloren. En de DX wil natuurlijk niet dat de rate zakt! En jij wilt niet dat P5DX zijn QSL Manager jouw eigen QSL kaart terugstuurt met daarop 'not in log'! Dus: geef één (1!) keer duidelijk je volledige call, gespeld met de juiste fonetische woorden (alfa, bravo, charlie etc), en dan...? Juist: luisteren!
Wij hopen dat jullie met deze "richtlijnen" rekening zullen houden. Het is in de eerste plaats een hobby, en die moeten ons plezier brengen, maar we zijn ten slotte radioamateurs en moeten er ons ook naar gedragen. Vergeet niet dat er heel veel wordt geluisterd en dat alles wat je zegt of seint (CW) ook door andere amateurs wordt opgevangen.